Opinie | Van de landbouw tot de zorg, distributie en schoonmaak – het kan niet zonder migratie

‘Grip op migratie’ was hét politieke mantra van de afgelopen verkiezingscampagne. De meeste verkiezingsprogramma’s stonden bol van de wens om immigratie in te perken. Alleen waren politici aanzienlijk minder duidelijk hoe ze deze doelstelling kunnen halen.

Dit wreekt zich vaker bij politieke discussies over migratie: het gaat vaak over politiek wensdenken, zonder dat men erbij uitlegt via welke beleidsmaatregelen ze dit tot stand wil brengen.

En hier wringt de schoen. Het is namelijk niet de eerste keer dat politici in Nederland, en in het Westen in het algemeen, beloven immigratie te beperken. Al decennia roepen politici dit. En telkens worden de mooie beloftes niet nageleefd.

Dit komt omdat de beloftes niet zijn gestoeld op wetenschappelijke inzichten in de daadwerkelijke aard en oorzaken van migratie. In toenemende mate is de politieke discussie over migratie losgezongen van de realiteit.

Daarom is het nuttig een aantal feiten op een rij te zetten. In de eerste plaats moeten we het beeld nuanceren dat de migratie in de wereld uit de hand aan het lopen is. Internationale migranten vormen ongeveer 3 procent van de wereldbevolking, en dit percentage is de afgelopen halve eeuw opmerkelijk stabiel gebleven.

In Westerse bestemmingslanden liggen immigratieniveaus aanzienlijk hoger. Bijna 15 procent van de Nederlandse bevolking is in het buitenland geboren. Het jaarlijkse migratiesaldo naar Nederland (het aantal mensen dat hier kwam wonen min het aantal mensen dat vertrok) lag de afgelopen twintig jaar gemiddeld op zo’n 50.000 mensen. Hiermee is Nederland een goede middenmoter onder de Westerse landen.

Sterk conjunctuurgebonden

Maar de laatste jaren is de immigratie sterk gegroeid. Tussen 2018 en 2023 jaar lag het jaarlijkse migratiesaldo zelfs rond de 130.000.

De ontevredenheid die dit veroorzaakt, is gepaard gegaan met herhaalde oproepen tot minder immigratie. Maar politici slagen er dus maar niet in deze beloftes waar te maken.

De voornaamste reden is dat beleid de belangrijkste grondoorzaak van toenemende immigratie stelselmatig heeft genegeerd: steeds nijpender arbeidstekorten.

Immigratie is sterk conjunctuur-gebonden. Als het goed gaat met de economie, en de werkloosheid laag is, komen er veel migranten. In tijden van recessie en oplopende werkloosheid komen er weinig migranten, en gaan er meer terug.

Politici hebben dus veel minder grip op immigratie dan zij graag doen voorkomen. Immigranten komen op leegstaande vacatures af. Zo bezien is de effectiefste manier om immigratie de kop in te drukken de economische groei drastisch af te remmen.

Structurele tekorten door vergrijzing

Naast conjunctuurschommelingen hebben stijgende opleidingsniveaus, de vrouwenemancipatie en vergrijzing geleid tot groeiende structurele tekorten aan arbeidskrachten. Dit heeft de vraag naar hoger én lager opgeleide arbeidsmigranten aangewakkerd in de landbouw, de bouw, de vleesverwerkende industrie, de schoonmaak, de horeca, transport en distributie, terwijl het aanbod van Nederlanders die dergelijke banen willen en kunnen doen, is gekrompen.

Van de landbouw tot de distributie, de zorg en de schoonmaak – het kan alleen met migratie

Het aantal arbeidsmigranten is de afgelopen 15 jaar dan ook verviervoudigd. Naast de komst van Oekraïense vluchtelingen was de voornaamste reden dat immigratie de laatste jaren zulke recordhoogtes bereikte de groei van het aantal openstaande vacatures: van rond de 100.000 in 2013 tot ongekende hoogtes van boven de 400.000 in 2023.

Terwijl de asielinstroom op lange termijn stabiel is, is het aandeel asielzoekers in de totale immigratie afgenomen, van 30 tot 50 procent in de jaren 90 tot ongeveer 10 procent in recente jaren, omdat er naast internationale studenten veel meer arbeidsmigranten zijn gekomen.

Toenemende arbeidsvraag is dus de belangrijkste motor van de groeiende immigratie. De meeste arbeidsimmigranten komen uit de EU, hoewel het aandeel Aziaten en Afrikanen groeit met het opdrogen van de Oost-Europese arbeidsreservoirs.

Duizenden uitzendbureaus kregen vrij baan

Maar dit is geen natuurverschijnsel geweest. Tientallen jaren van beleid gericht op liberalisering van de arbeidsmarkt hebben immigratie aangemoedigd. Want hierdoor is het aantal onaantrekkelijke, tijdelijke, laagbetaalde banen is gegroeid.

Terwijl politici de mond vol hebben van ‘grip op migratie’ is de ironie dat de politiek de grip op migratie juist uit handen heeft gegeven aan de private sector door de liberalisering van arbeidsmarktbeleid. Duizenden uitzend- en wervingsbureaus hebben vrij baan gekregen in het werven van buitenlandse arbeidskrachten.

Politici vinden het moeilijk deze waarheid openlijk te erkennen, want die druist in tegen de retoriek over ‘gelukszoekers’ en het wegzetten van immigranten als zondebok voor problemen als de woningcrisis en criminaliteit.

Het soort migranten dat politici afschilderen als ‘gelukszoekers’, ‘economische vluchtelingen’ of als een bedreiging voor de verzorgingsstaat is dus in feite hard nodig.

Uit onderzoek blijkt dat immigratiebeleid onder druk van economische lobby’s soepeler, niet strenger, is geworden

Stoere Haagse migratiepraat verhult de ware aard van het immigratiebeleid. Uit onderzoek blijkt dat immigratiebeleid onder druk van economische lobby’s soepeler, niet strenger, is geworden.

Uit onderzoek blijkt ook dat rechtse politici geen restrictiever immigratiebeleid voeren dan linkse. Meloni in Italië en Orbán in Hongarije hebben in weerwil van hun anti-immigratieretoriek recordaantallen arbeidsmigranten toegelaten en knijpen een gewillig oogje dicht voor de uitbuiting en illegale tewerkstelling.

Dit toont aan hoezeer de meeste politici zijn vastgedraaid in hun eigen migratieretoriek. Om te breken met deze erfenis van loze beloften en mislukt beleid moeten ze de moed verzamelen om een eerlijk verhaal over migratie te vertellen: dat sommigen er meer profijt van hebben dan anderen; dat ook nadelige kanten kan hebben, maar dat niet weg te denken is; en dat er geen eenvoudige oplossingen zijn voor complexe problemen.

Een nieuwe klasse

Er moeten fundamentele keuzes gemaakt worden. Willen we een samenleving waarin steeds meer werk – transport, bouw, schoonmaak, zorg en voedselvoorziening – wordt uitbesteed aan een nieuwe klasse die voornamelijk uit migrantenarbeiders bestaat? Willen we een gesubsidieerde landbouwsector die voor de noodzakelijke arbeid afhankelijk is van migranten?

Het belangrijkste dilemma is: je kunt nu niet én economische liberalisering en groei nastreven én immigratie drastisch inperken. Politici kunnen wat migratie betreft niet de kool en de geit sparen.

Structurele reductie van migratieniveaus zal structurele hervormingen vergen die haaks staan op de economische liberaliseringsagenda van de afgelopen decennia. Het betekent dat de overheid de controle op arbeidsmarkten drastisch zal moeten vergroten: minder tijdelijke contracten, een hoger minimumloon, een eind aan schijnzelfstandigheid, strenge controles op wervingsbureaus en de capaciteit bij arbeidsinspectie sterk opvoeren.

Minder migratie is waarschijnlijk ook een keus voor lagere economische groei, het saneren van bepaalde sectoren en voor hogere pensioenleeftijden om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen. De vraag is of hiervoor de politieke wil bestaat.